Jan Heemskerk kreeg in 2021 de diagnose ziekte van Parkinson. Met zijn maandelijkse column voor ParkinsonNederland wil hij graag een nuttige bijdrage leveren aan de bewustwording van deze ziekte, door – zoals hij dat nou eenmaal doet – zijn leven met parkinson te portretteren. Natuurlijk met zijn kenmerkende mix van empathie en zelfspot.
‘Voor het eerst in mijn leven werd ik niet aangesproken als reiziger, journalist of nerveuze man van middelbare leeftijd’
De meeste mensen zijn niet zo gesteld op uitwerpselen. Uitwerpselen zijn onwelriekend, vaak van twijfelachtige consistentie, cultureel gezien een taboe en logistiek lastig te vervoeren. Kortom: poep hoort thuis waar het hoort in een wc, liefst eentje van jezelf.
Helaas meldt de behoefte zich zelden op een praktisch moment. Nooit in de rust van je eigen badkamer, maar steevast in het openbaar: in de file, in een museum, of – het summum van rampspoed – in een vliegtuig.
En dat laatste overkwam mij.
Mevrouw Heemskerk en ik waren op vakantie naar Zakynthos, een weekje nazomer, niks aan de hand. Maar dan moet je terug. Nachtvlucht naar Eindhoven. En ik, nerveus als ik van nature ben, had het zweet al in mijn bilnaad voordat het vliegtuig überhaupt in zicht was.
Ik ben namelijk een zenuwpees. Een reiszenuwpees. En niet zomaar eentje: de professionele soort. Ik ben als reisjounalist en voor Playboy werkelijk de halve wereld overgevlogen maar hoe vaak ik het ook doe, bij elke vliegreis denk ik: ‘Dit is de laatste keer dat iemand mij levend ziet.’
Enfin. Op Zakynthos Airport voelde ik het al borrelen. Niet het vliegtuig, maar de onderbuik. En wie vaker vliegt, weet: dít is geen timing om trots op te zijn. Want de wc’s op luchthavens zitten altijd óf vol, óf verstopt óf net achter de douane. Dus ik dacht: ik hou het nog wel even op.
Fout. Klassieke fout.
Een kwartier later zit ik in het vliegtuig, bleek, bezweet en met een buik die klinkt als een opstijgende Boeing. Ik keek mijn vrouw aan en zei: ‘Schat, ik ga het gevecht aan.’
En daar ging ik als een coole gray fox, keurig in overhemd en linnen pantalon, maar wel licht trillend van de aandrang, door het smalle gangpad richting de achterste wc. Het toilet leek nog kleiner dan anders. Maar het lukte. Geen troep, geen schande, alleen een bescheiden moment van opluchting.
Tot ik terugliep.
Halverwege het gangpad kwam een potige steward stuurs op me af. ‘Gaat het, meneer? Kan ik u helpen?’
Ik stamelde wat – parkinson maakt nu eenmaal dat ik soms even moet zoeken naar mijn woorden – en ik voelde het meteen: wantrouwen. Hij keek me aan met een blik van: dit is een verdwaalde oude man, mogelijk dronken of een verstekeling met mentale problemen.
‘Bent u alleen, meneer?,‘ vroeg hij.
‘Parkinson,’ mompelde ik. ‘My wife.’
Maar dat hielp mijn zaak niet. Er kwam een stewardess bij hem staan die me indringend aankeek: ‘Weet u waar uw stoel is?’ Tja. Stoelnummer, dat was ik even kwijt. Ergens bij het doorspoelen verloren. Dus daar stond ik, tussen 200 medepassagiers, opgepakt als een verdachte man.
Ondertussen zat mijn vrouw rustig een boekje te lezen, tot ze de stewardess hoorde zeggen: ‘Is dat uw man? Hij komt wat in de war over.’ Waarop mijn vrouw droog antwoordde: ‘Mijn man heeft parkinson en is volgens mij gewoon op zoek naar zijn stoel.’ Het schaamrood kroop bij de crew omhoog. ‘Sorry, dat wisten we niet! Goed dat u het zegt!’ Tegen mij hebben ze overigens niks gezegd. Geen sorry, geen knikje, niets. Alleen weer die blik.
En dat deed pijn.
Want voor het eerst in mijn leven werd ik niet aangesproken als reiziger, journalist of nerveuze man van middelbare leeftijd, maar als verwarde man.
Lieve mensen van de luchtvaart: niet iedereen die hakkelt of wat zoekend om zich heen kijkt, is totaal verdwaald in het hoofd. Soms zoekt iemand gewoon zijn stoel. En lieve medepassagiers, mocht u ooit een man zien die een beetje wankel terugkomt van het vliegtuigtoilet; geef hem een glimlach.
Misschien heeft hij parkinson.
Misschien heeft hij net een heldendaad verricht.
En wil je behalve begrip voor de ziekte, helpen parkinson te stoppen? Dan kun je doneren, dat geld komt ten goede aan onderzoek naar de oorzaak en behandeling van deze rotziekte. Ik rammel bij deze met mijn digitale collectebus!

Wie is Jan Heemskerk?
Jan geniet van bescheiden bekendheid als voormalig hoofdredacteur van de mannenbladen MAN, FHM en Playboy. Jan was ook lange tijd columnist bij onder meer Linda. (samen met Saskia Noort), Flair (met Marcel Langedijk) en Kek Mama (over vaderschap en relatie). En schreef voor vrouwenbladen als Libelle, Margiet Viva, Plus, Jan, Saar, Telegraaf Vrouw en Volkskrant Magazine talloze artikelen, vooral over de verhouding en verschillen tussen man en vrouw. Maar hij draait zijn hand ook niet om voor het presenteren van een radio/tv en/of podcast-programma.
Wil je op de hoogte blijven van Jan zijn nieuwe columns? Volg ons dan op social media via onderstaande iconen. Je kan ook meer lezen over Jan en zijn ambassadeurschap voor ParkinsonNederland.
Volg ons op social media
ParkinsonNederland wil zo snel mogelijk de ziekte afremmen en genezen en tegelijk de zorg verbeteren voor mensen die nú parkinson hebben. Daarom investeren we in onderzoek en innovaties die het verschil maken voor mensen met parkinson.